Klik hier voor de rapportage, een korte samenvatting leest u hieronder.
Minimahuishoudens 2021 in Zaanstad De dalende trend in het aantal minimahuishoudens is onderbroken in de coronajaren (2020 en 2021). Het aantal minimahuishoudens is nu weer op het niveau van 2019. Daarbij kent Zaandam Oost de meeste minimahuishoudens en zijn alleenstaanden en eenoudergezinnen vaker een minimahuishouden. Het aandeel huishoudens dat langdurig (4+ jaar) een minimum inkomen heeft neemt toe. In relatie tot schulden zien we dat het risico hierop grotendeels overlapt met het aandeel minimahuishoudens per buurt. Verder zijn de meeste meldingen in het kader van vroegsignalering van schulden afkomstig van zorgverzekeraars en nemen de signalen vanuit energieleveranciers toe.
Gebruik en bereik minimaregelingen Het gebruik van de gemeentelijke minimaregelingen, waaronder de individuele inkomenstoeslag en individuele studietoeslag, ligt rond de 50-60%. Het gebruik van de bijstand is daarbij vergelijkbaar met landelijke cijfers. Het gebruik van de collectieve zorgverzekering voor minima is toegenomen en het bereik van de landelijke huur- en zorgtoeslagen is hoog. Het bereik van de energietoeslag in 2022 is tot 110% hoog te noemen en voor de groep tussen 110-140% veel lager. Tot slot is de deelname aan activiteiten in het kader van Meedoen Zaanstad drastisch gedaald door corona. Kijken we naar de type huishoudens in combinatie met het gebruik van minimaregelingen dan maken de huishoudens met de laagste inkomens, een westerse migratieachtergrond, werknemers met een minimuminkomen en jongeren minder gebruik van regelingen en 50-64 jarigen en eenoudergezinnen gemiddeld meer gebruik. Het bereik is gemiddeld tot goed in Zaandam Oost en blijft achter in andere delen van Zaandam, Westerkoog, Assendelft en Westzaan.
Armoede in relatie tot de 6 strategische opgaven
Kansenongelijkheid betekent dat er onrechtvaardige verschillen bestaan waar je zelf weinig aan kan veranderen. Ten aanzien van de indicatoren voor kansenongelijkheid zien we een stapeling van indicatoren in specifieke gebieden in Zaanstad. Opgroeien in armoede is één van de voorspellers voor kansenongelijkheid. Bekend is dat de impact van armoede op kinderen over het algemeen groot is. We zien in die context dat er iets minder kinderen opgroeien in minimahuishoudens. Daarbij zien we met name een relatieve daling in Poelenburg.
Ten aanzien van de overige vijf strategische opgaven geven we hieronder kort weer hoe de armoedeproblematiek beïnvloed wordt door, of invloed heeft op, thema’s die onder de opgave vallen.
Gezondheid Inwoners met een laag inkomen leven gemiddeld korter. Kwart minima maakt ook gebruik WMO voorziening.
Duurzaamheid Bijna 9% van de Zaanse huishoudens kampt met energiearmoede. Veel energiearmoede in Pelders/Hoornseveld en weinig in Assendelft Noord. Energiearmoede sterkst gestegen in Poelenburg en Rooswijk.
Economie Aandeel werkenden armen stabiel, maar risico op financiële problemen in Poelenburg groot.
Verstedelijking Lage inkomens zijn vaak een groot deel van hun inkomen kwijt aan woon- en energielasten. In wijken met veel minima is een lagere WOZ-waarde en veel corporatieverhuur. Nabijheid van voorzieningen overlapt niet met aandeel minima in de wijk.
Veiligheid Inwoners met laagste inkomens voelen zich vaker onveilig in de buurt. Laagste inkomensklassen zijn vaker slachtoffer van geweldsdelicten en vermogensdelicten.
Klik hier voor de rapportage.